Ademhaling

 

Ademhalen

De fluithaas kan, net als de mens, met zijn borst of zijn buik ademen. Daarom zijn er vier verschillende schema’s:

  • de borstinademing
  • de buikinademing
  • de borstuitademing
  • de buikuitademing

 

Borstinademing

  1. De buitenste tussenribspieren trekken samen
  2. De ribben gaan opzij en omhoog
  3. De longen worden groter en ze krijgen meer volume
  4. De druk in de longen wordt lager
  5. Er wordt lucht aangezogen

 

Buikinademing 

  1. De buitenste tussenribspieren en de middenrifspieren trekken samen
  2. De ribben gaan opzij en omhoog en het middenrif wordt plat (het gaat omlaag)
  3. De longen worden groter en ze krijgen meer volume
  4. De druk in de longen wordt lager
  5. Er wordt lucht aangezogen

 

Borstuitademing

  1. De buitenste tussenribspieren ontspannen
  2. De ribbenkast gaat omlaag door de zwaartekracht
  3. De borstholte wordt kleiner, dus de longen krijgen minder volume
  4. De druk neemt toe, en de lucht stroomt naar buiten

 

Buikuitademing

  1. De buitenste tussenribspieren en de middenrifspieren ontspannen 
  2. De ribbenkast gaat omlaag door de zwaartekracht en het middenrif wordt bol
  3. De buikholte wordt kleiner, dus de longen krijgen minder volume
  4. De druk neemt toe, en de lucht stroomt naar buiten

 

het ademhalingsstelsel

Het ademhalingsstelsel van de fluithaas bestaat uit een paar longen, een luchtpijp en spieren voor de ademhaling. 

 

De fluithaas ademt, net als de mens, door zijn neus of mond. Daar gaat de lucht naar de keelholte en het strottenhoofd, om vanuit daar naar de luchtpijp te gaan. De luchtpijp brengt de zuurstof naar de bronchiën en die brengen het weer naar de longen. In de longen vertakken de bronchiën in luchtpijptakjes, en die eindigen in een trosje longblaasjes. Het is hetzelfde als de mens, maar het formaat van dit ademhalingsstelsel is een stuk kleiner.

 

Werking ademhalingsorganen en gaswisseling

De fluithaas heeft de longen als ademhalingsorganen. Bij een inademing worden de longen groter, en vullen ze zich met lucht die via de mond of neus naar binnen gaat. Bij een uitademing  worden de longen kleiner, en gaat de lucht weer naar buiten via de mond of neus van de fluithaas. 

Er is wel een verschil tussen de lucht die de longen in gaat en de lucht die de longen uit gaat.

De lucht die de longen in gaat bevat veel zuurstof, en de lucht die de longen verlaat bevat veel koolstofdioxide. Dit komt doordat de longblaasjes omgeven zijn door een netwerk van longhaarvaten. Via deze longhaarvaten vindt er gaswisseling plaats. De zuurstof gaat naar het bloed en het bloed dat van de cellen van de fluithaas komt geeft koolstofdioxide af aan de lucht in de longen. Dit wisselen van sotffen heet gaswisseling. 

 

 

Doorzoek de website

Gefluit

De fluithaas heeft zijn naam niet alleen te danken aan het feit dat hij bij de orde van de haasachtigen hoort, maar ook door het geluid dat hij maakt. Het "gefluit". Bij de  film pjes hoort u dit gefluit. 

Warmbloedig? Koudbloedig?

De fluithaas is warmbloedig, want het is een zoogdier. Omdat de fluithaas warmbloedig is, heeft dit dier geen winterslaap nodig. De fluithaas heeft een constante lichaamstemperatuur.

 

Verbranding

De fluithaas heeft verbranding in het lichaam nodig, anders gaan zijn cellen dood, en zo ook het beest zelf. Voor verbranding is een brandstof nodig. Bij de fluithaas is die brandstof voor het grootste deel glucose. Dit haalt hij uit planten, want het is een herbivoor, een planteneter. Glucose komt in planten terecht door fotosynthese.